“Het bepalen van onze eigen grenzen van vrijheid lijkt bevrijdend te zijn en aantrekkelijk zoals de grenzeloze natuur van een glimmende, heldere hemel. Maar, wat schuilt er werkelijk achter dit beeld die wij gecreëerd hebben voor onszelf?”
Tekenen voor het bestaan van de Schepper
Om deze noodzakelijke conclusie te illustreren, kan een simpele vergelijking getrokken worden… Aanklagers staan er bekend om bewijzen aan te dragen, zoals DNA monsters, voet- en vingerafdrukken, om zo mensen schuldig te verklaren voor bepaalde misdaden die door niemand gezien zijn. Net zoals de voetstappen op de grond wijzen op het feit dat een persoon ooit op die plaats gelopen heeft, wijst het onderzoeken van Allâh’s Tekenen in Zijn gecreëerde ordening definitief op het feit dat elk iets dat bestaat in het universum, ontstaan is door een Uiterst Wijze Schepper.
Inderdaad: men kan tot dit besef komen door terug te keren naar geschapen objecten en hun oorsprong te overpeinzen om zo te constateren dat zij niet door zichzelf ( in bestaan) zijn gekomen. Slechts de Ene die allesomvattende kennis bezit en het vermogen om te scheppen, zou in staat zijn om het universum en alles wat het bevat, in bestaan te brengen – en om al de zaken op een stabiele wijze in balans te houden en te regelen.
Allâh nodigt de mensheid uit om de creatie en zijn complexiteit te overpeinzen, om zo te constateren dat alleen een Meest Wijze Schepper en Alwetende Schepper hen geschapen heeft, en dat zodanig niets het recht verdient aanbeden of gediend te worden, behalve Hij.
“Er zijn voorzeker tekenen in de schepping van de hemelen en de aarde en in de wisseling van dag en nacht voor mensen van begrip.”
[3: 190]
As-Shaykh ‘Abdur-Razzâq al-Abbâd, een hedendaagse academicus, zei: ‘’Overpeins de dag en de nacht; zij behoren tot de meest verbazingwekkende Tekenen van Allâh. Zie hoe Hij de nacht als rust en mantel heeft gemaakt. Het bemantelt de wereld waardoor de actieve handelingen stil worden gelegd. De dieren keren terug naar hun verblijfplaatsen en vogels naar hun nesten. De zielen ontspannen en nemen rust van hun werkzaamheden en vermoeienissen; totdat de zielen uitgerust zijn en geslapen hebben, kijken zij nu vooruit naar hun levensonderhoud en haar accommodatie. De Splitser van de morgen brengt de (nieuwe) dag voort. Zijn leger brengt de blijde tijding van (het verschijnen van) de morgen. Zo heeft Hij de duisternis ten onder laten gegaan, compleet uiteen gesplitst en de duisternis ontmantelt van de aarde, en daarna zijn de inwoners weer in staat om te zien. De dieren circuleren rond het land en vervolgen zich om hun levensonderhoud en welzijn te ordenen, en de vogels verlaten hun nesten. Wat een terugkeer en opkomst, welke zo een sterke indicatie geeft van de Kracht van Allâh, (om de schepping bijeen te brengen) voor de Grote Terugkeer! 9
Overpeins nu de gevoelige en fijne lucht die vast wordt gehouden tussen de hemel en de aarde. Het wordt gevoeld als het waait; haar substantie wordt gevoeld, maar haar vorm kan niet gezien worden (met het blote oog). Het stroomt tussen de hemel en de aarde, de vogels circuleren erin en vliegen erin, zwemmend met hun vleugels zoals de vissen in de zee zwemmen in het water. Haar zijkanten en windvlagen botsen tegen elkaar wanneer zij in beweging zijn, zoals de golven van de oceaan botsen.
Overdenk hoe Allâh middels deze wind, wolken vormt die tussen de hemel en de aarde vast gehouden worden. De wind voert de wolken op en zorgt ervoor dat ze voortbewegen en dicht gaan. Allâh brengt dan de wolken samen en doet ze samensmelten, en drijft ze middels de wind naar het land in behoefte (voor regen).
Wanneer ze verrijzen en opstijgen boven het land, valt haar water erop. Allâh zendt de wind, terwijl de wolken zich bevinden in de atmosfeer. De wind verspreidt en scheidt de wolken, zodat zij geen schade berokken of (het land) vernietigen – wat zij wel zouden hebben gedaan als al het water in één keer zou nederdalen. Wanneer het land gevuld is en haar behoefte heeft genomen, verlaten de wolken het land en verspreiden zich. Zodoende: bevloeien deze wolken de aarde met water en worden zij gedragen door de winden.’’10
Het licht van de dag is eveneens een wonderbaarlijk Teken van een geweldige Schepper. Gevaarlijke ultraviolette- en infrarode radiatie worden op grote schaal geabsorbeerd door de atmosfeer van de aarde. Op deze manier wordt de mensheid beschermd om zich daartegen bloot te stellen, en om niet geschaad te worden. Daartegenover: het zonlicht wat noodzakelijk is voor het bestaan van de mensheid is vrij om de atmosfeer van de aarde te passeren. Is dit toeval?
Indien de zon iets dichter bij de aarde was, dan zou de hitte en radiatie ons vernietigen, en als de zon zich maar iets verder bevond van de aarde, dan zou al het levende (erop) tot een einde komen. Een waanzinnig complex evenwicht wordt constant op alle gebieden gehandhaafd, en verbazingwekkend genoeg: de wetten die dit evenwicht regelen, handhaven dezelfde maatstaf over het hele universum. Zou dit mogelijk zijn als het geschiedde door een proces van wanordelijke zelf-fabricatie?
Degenen die geloven in toeval, erkennen dat het iets is dat niet vanuit nature is geordend. Wanneer dit begrepen wordt, dient de volgende vraag gesteld te worden. Hoe kan iets dat vanuit nature niet-geordend is, stelselmatig orde creëren? Dit is een wetenschappelijke onmogelijkheid. Vandaar dat de conclusie getrokken moet worden dat niet alleen een Schepper onze universum heeft geschapen, maar dat Hij ook constant haar wonderbaarlijke inspirerende toestanden regelt.11
Een verhullende illustratie
Om de fout van degenen die het bestaan van een Schepper ontkennen aan het licht te brengen, kan men het simpele voorbeeld nemen van hoe een boek tot stand komt. Het bestaan van een boek vereist het bestaan van een uitgever die drie eigenschappen bezit.
Ten eerste, deze uitgever moet de kennis bezitten over de benodigde gebieden van specialisatie, voor de productie van dit boek. Ten tweede, de uitgever moet de wil hebben om een dergelijk taak in goede banen te leiden door bewust dit project aan te gaan. Ten derde, moet de uitgever het vermogen hebben om de taak te verzorgen van het maken van de bladzijden, kaft en het binden van het boek, om het met perfectie af te ronden.
Wanneer dit begrepen is, dan wordt de irrationaliteit duidelijk van de bewering dat een boek zichzelf gecreëerd heeft of dat het is voortgekomen uit puur toeval. Is het mogelijk om normaliter gezien te beweren dat een boek uitkomt zonder een uitgever, of dat dit universum ontstaan is zonder een Schepper – slechts op basis van dat de uitgever of Schepper niet gezien is? In werkelijkheid: begrijpen dat een Schepper bestaat is veel eenvoudiger te bevatten dan in te zien dat een simpel object als een boek, een grondlegger heeft, aangezien de schepping van ons universum vele malen ingewikkelder in elkaar steekt dan de schepping van welk specifiek object dan ook. De Schepper stelde, logischerwijs, aangaande degenen die Zijn bestaan ontkennen:
Of zijn zij uit niets geschapen of zijn zij (hun eigen) scheppers? Of schiepen zij de hemelen en de aarde? Nee, zij hebben (zelf) geen zekerheid.
[52: 35-36]
Deze verzen bewijzen dat het net zo onmogelijk is om te beweren dat een boek door niets is gecreëerd, het evenzo onmogelijk is om te beweren dat de mensheid door niets gecreëerd is. Dus net zoals dat het onmogelijk zou zijn om te beweren dat een boek zichzelf heeft geschapen, zo ook zou het onmogelijk zijn om te beweren dat wij onszelf hebben geschapen.12
Slechts één van de mogelijkheden bestaat: de mensheid en alles in dit universum zijn in bestaan gebracht door een Alwetende Schepper.
Er kan geconcludeerd worden dat het bekend is dat alle dingen tot bestaan zijn gekomen door ontwerpers die de drie eigenschappen van kennis, wil en vermogen bezitten om te creëren. (Derhalve kan er) géén andere conclusie worden getrokken, behalve dat ons universum gevormd is door een Schepper die de kennis, wil en vermogen bezit om een dergelijke, ontzettend wonderbaarlijke inspirerende schepping te creëren.
Specifieke bewijsstukken, achter gelaten op plaats delict, worden behandeld als beschuldigende bewijslast welke de rechtbanken ertoe leiden, om te beslissen over zaken op een absolute wijze. Op dezelfde manier: Allâh’s Tekenen in Zijn creatie en de rationele bewijzen in Zijn openbaring bevatten zelfs meer ontwijfelbare bewijzen dat wij geschapen zijn door een Alwetende, Almachtige God.
En er zijn tekenen op aarde voor hen die zekerheid van geloof willen hebben. En ook in jullie zelf, willen jullie dit dan niet inzien?
[51: 20-21]
Voetnoten
9 De Dag des Oordeels.
10 As-Shaykh ‘Abdur-Razzâq al-‘Abbâd, Asbâb Ziyâdat al-îmân wa Nuqsânihi, Ghirâs lin-Nashr wat-Tawzî’, p. 40-41.
11 SN Zie de volgende link waarin meer Tekenen uiteengezet zijn van Allâh’s grootheid:
http://sincerehearts.nl/lessen/41.html
12 SN Deze vergelijking wordt echter door degenen die – met terugwerkende kracht – het bestaan van een Schepper ontkennen c.q. verwerpen, afgedaan als zijnde het achterhaalde ‘’horloge-analogie’’ – vernoemd naar een vergelijking die een Engelse christen, William Paley, maakte om het bestaan van een schepper te bewijzen. Zij doen dit om de reeds uiteengezette koppeling tussen ontwerp en ontwerper te dwarsbomen en gebruiken hiervoor verschillende schijnargumenten. De meest voorkomende is:
‘’Leven vindt plaats in de natuur; het is zelfvoorzienend en bezit mechanisme om te veranderen en reproduceren. Gefabriceerde objecten daarentegen, zoals een boek, zijn dit niet.’’
Op het eerste gezicht lijkt het een terechte kanttekening, want het is inderdaad zo dat natuurlijke schepsels uit de natuur komen en objecten als een boek zelf gemaakt zijn met eigen hand. Echter is de essentie van deze vergelijking niet wat de bron is, maar meer hoe en waarom iets dusdanig ontstaan kan zijn. Zodoende dienen wij ons af te vragen, zoals verschillende prominente westerse natuurwetenschappers zoals Albert Einstein, Isa ac Newton en Paul Davies zich afvroegen:
1. Waar komen deze natuurwetten vandaan?
2. Waarom is het dat wij uitgerekend deze wetten hebben i.p.v. anderen?
3. Hoe komt het dat wij een samenstelling van wetten hebben die karakterloze, natuurlijke gassen naar het leven overbrengen, op een bewuste en intelligente wijze? [Bron: Paul Davies, Templeton Prize Address, Mei 1995]
Zo zie je, toevallig of niet, dat deze natuurwetenschapper de drie eigenschappen die genoemd zijn in het boek, min of meer, bevestigt. A lbert Einstein trok daarom aangaande dit universum, de vergelijking met een kind dat een bibliotheek binnenloopt met boeken in all erlei verschillende talen waarvan het kind weet dat ze door iemand geschreven zijn. En Charles Darwin, de uitvinder van de evolutietheorie, onderstreepte deze rationele conclusie maar al te nadrukkelijk door te stellen:
‘’[Redenering vertelt mij over de] extreem moeilijke of beter gezegd, onmogelijkheid om te verbeelden dat dit immens, wonderbaarlijk universum, inclusief de mens met zijn vermogen om ver in het verleden of ver in de toekomst te kijken (in verbeelding), het resultaat is van pure to eval of constante natuurwetten. Wanneer ik het overpeins, voel ik mij aangetrokken om te kijken naar een Eerste Oorzaak met een intelligent verstand..’’ [Bron: The Autobiograpghy of Charles Darwin, 1809-1882, ed. Nors Barlow, 92-3]
Het is dus volstrekt onaannemelijk, zoals o.a. de fanatieke atheïst Richard Dawkins wil doen geloven, dat dit universum ontstaan is zonder ‘’verstand’’ en zich in een baan waant zonder doel.
De conclusie die daarom getrokken dient te worden is dat natuurlijke verandering en/of selectie geenszins als argument genomen mag worden voor het niet- bestaan van een Ontwerper, want óók deze ‘veranderingen’ dienen getriggerd, bestuurt én onder controle worden gehouden – al helemaal als wij spreken over zaken die uiterste precisie vergen. Zodoende wijzen empirische onderzoeken – waarvan enkele voorbeelden genoemd zijn in het boek – op een wonderbaarlijk ontwerp met welbewuste plannen. En dit niet alleen op één, twee of drie gebieden, maar op ontelbaren!