Alles is al voorbestemd dus waarom goede daden verrichten?

in Aqidah - Geloofsleer door
Leestijd: 4 minuten

Alles is al voorbestemd dus waarom goede daden verrichten?

Het is overgeleverd van Anas ibn Malik – radhiya Allaahoe ‘ anhoe – dat de Profeet – sallallaahoe ‘alayhie wa sallam – zei :

“Voorzeker Allaah – ‘azza wa jall – greep een handvol (zielen) en zei ‘In het Paradijs (zullen zij zijn) met Mijn Rahmah‘ en Hij greep een (andere) handvol (zielen) en zei ‘In de Hel (zullen zij zijn) en het doet mij niets (i.e. het baat noch schaadt Allaah)‘”

Sahieh, as-Sahiehah #47

[…]

En het is overgeleverd van ‘Abd ar-Rahmaan ibn Qataadah as-Sulamiyy – radhiya Allaahoe ‘anhoe – dat hij zei ‘De Boodschapper van Allaah – sallallaahoe ‘alayhie wa sallam – zei :

“Voorzeker Allaah – ‘azza wa jalla – schiep Aadam en toen nam Hij van zijn rug een groep en zei ‘Deze (zullen) naar het Paradijs (gaan) en het doet mij niets. En deze (zullen) naar het Vuur (gaan) en het doet mij niets’.

Toen zei iemand ‘Oh Boodschapper van Allaah! Waarvoor verrichten wij dan daden?

Hij – sallallaahoe ‘ alayhie wa sallam – zei :

“voor de posities van al-Qadr”

[…]

Profijt (ash-Shaykh al-Albaanie zei ):

“Weet dat de drang om deze hadieth te onderzoeken is… dat veel van de mensen in de veronderstelling zijn dat deze overleveringen – en gelijksoortige overleveringen zijn er velen – inhouden dat de mens gedwongen is tot zijn gekozen daden, omdat hij al beoordeeld is vroeger, nog voor zijn schepping, met het Paradijs (als eindbestemming) en met de Hel (als eindbestemming).

En anderen denken weer dat de zaak onbepaald is (chaotisch zonder voorbestemming) of een open zaak die nog besloten moet worden, dus wie terecht was gekomen in de rechter greep die behoren tot de gelukkige mensen. En wie uit de andere greep komen zij behoren tot de ongelukkige mensen.

Het is verplicht voor hen dat zij allen te weten komen dat wanneer het gaat om Allaah dat :

لَيْسَ كَمِثْلِهِ شَيْءٌ

“Niets is gelijk aan Hem”  

ash-Shoeraa 11

Niet in Zijn wezen (dhaat) en niet in Zijn eigenschappen (sifaat), dus wanneer Hij een greep grijpt dan is het vanuit Zijn Kennis, en Zijn Rechtvaardigheid, en Zijn Wijsheid. En Hij greep met Zijn rechter degenen waarover Hij kennis heeft dat zij hem zullen gehoorzamen wanneer zij bevolen worden om Hem te gehoorzamen. En Hij deed de andere greep met Zijn voorkennis dat zij hem ongehoorzaam zullen zijn wanneer zij bevolen zouden worden om Hem te gehoorzamen.

En het is onmogelijk gezien de Rechtvaardigheid van Allaah dat Hij met Zijn rechter een greep doet en daarin bevindt zich iemand die eigenlijk het recht heeft om te behoren tot de mensen van de andere greep. En hetzelfde geldt andersom. Hoe is dit mogelijk terwijl Allaah ‘ azza wa jall – zegt :

أَفَنَجْعَلُ الْمُسْلِمِينَ كَالْمُجْرِمِينَ مَا لَكُمْ كَيْفَ تَحْكُمُونَ

“Zullen wij dan de moslim gelijk maken aan de misdadigers? Wat is er met jullie, hoe oordelen jullie!”

al-Qalem 35-36

Vervolgens is het zo dat niemand uit de twee grepen gedwongen wordt om te behoren tot de mensen van het Paradijs of het Vuur. Integendeel, het is een oordeel van Allaah – tabaaraka wa ta’aala – over hen met hetgeen wat zij zullen gaan bewerkstelligen. Als het al-Imaan is wat zij zullen voorbrengen dan vernoodzaakt dit het Paradijs, en in het geval van koefr (ongeloof) dan is het de Hel wat voor hen bepaald is. En toevlucht tot Allaah wordt gezocht tegen de Hel.

En beiden zaken van al-Imaan en van al-Koefr behoren tot de gekozen (wegen), Allaah – tabaaraka wa ta’aala – dwingt niemand van Zijn schepping tot een van hen.

فَمَن شَاء فَلْيُؤْمِن وَمَن شَاء فَلْيَكْفُرْ

“En wie wenst laat hem dan geloven en wie wenst laat hem dan ongelovig zijn”

al-Kahf` 29

En dit is iets wat aanschouwt wordt en wat noodzakelijkerwijs bekend is, en als het niet zo was dan zou het belonen en het straffen onzinnig zijn, en Allaah is ver verheven boven dat.

En werkelijk teleurstellend is het dat wij van veel mensen horen – zelfs van sommige mashaykh – de ondubbelzinnige verklaring dat de mens gedwongen is en dat hij geen vrije wil heeft! En de conclusie die zij hiermee op zichzelf afroepen is de uitspraak dat het mogelijk is dat Allaah onrecht pleegt jegens de mensen! Terwijl Allaah ondubbelzinnig verklaard dat Hij nog niet het gewicht van een mosterdzaadje aan onrecht zal plegen, en Zijn verklaring dat Hij bij machte is om onrecht te plegen maar Hij heeft zichzelf gevrijwaard ervan, zoals dit voorkomt in de bekende hadieth qoedsiyy :

“Oh Mijn dienaren! Ik heb het verrichten van onrecht verboden verklaard aan mijzelf…”

Sahieh al-Jaami’ 4345

En wanneer zij geconfronteerd worden met deze werkelijkheid dan vluchten zij naar het bewijsvoeren met Zijn uitspraak :

لَا يُسْأَلُ عَمَّا يَفْعَلُ

“en Hij wordt niet ondervraagd over hetgeen Hij verricht”

al-Anbiyaa` 23

Hiermee blijven zij doorgaan met beweren dat Allaah onrecht heeft gepleegd maar dat Hij hierover niet ondervraagd mag worden! Ver verheven is Allaah over hetgeen de onrechtplegers over Hem zeggen!

En het is aan hen voorbijgegaan dat het vers juist een bewijs tegen hen is, want de betekenis ervan – zoals helder uiteen is gezet door al-‘Allaamah Ibn al-Qayyim in zijn boek ‘Shifaa al-‘Aliel‘ en andere boeken, is dat Allaah de Verhevene vanwege zijn Wijsheid, en Rechtvaardigheid in Zijn oordelen door niemand gevraagd dient te worden over Zijn handelen, omdat al Zijn oordelen duidelijk rechtvaardig zijn, en er is dus geen rede om te vragen.

En ash-Shaykh Yusuf al-Dadjwiy heeft een proftijtvol boek geschreven als uitleg van dit vers, wellicht heeft hij het genomen van het boek van Ibn al-Qayyim waar eerder naar verwezen werd, dus wie het wenst kan er naar terugkeren.

Dit was een klein woordje over de voorgaande overleveringen, we hebben geprobeerd om de misvattingen die sommige mensen erover hebben te verwijderen. Als het mij gelukt is dan is dat mooi en een gunst, en als het niet het geval is dan wil ik de lezer verwijzen naar uitgebreidere werken in dit onderzoek, zoals het eerdere genoemde boek van Ibn al-Qayyim, en de boeken van Ibn Taymiyyah die vele belangrijke onderwerpen beslaan waar deze er een van is

Einde woorden ash-Shaykh al-Albaaniy – rahiemahoellaah

Genomen uit : Nudhumu l-Faraa`id mimmaa fie silsilati l-Albaaniy min Fawaa`id pag 12-15

Vertaling : Aboe Hudayfa Musa ibn Yusuf al-Indonesi

Geef een reactie

Your email address will not be published.

*