Het eerste contact tussen de Turken en de Islamitische wereld
In het jaar 22 van de Hijrah kalender wat correspondeert met het jaar 642 in de Gregoriaanse kalender bewogen de Islamitische legers zich voort naar het gebied al-Bâb om het te openen. Deze plek ligt in het huidige Syrië vlakbij Aleppo. Het is op deze historische plek waar de eerste noemenswaardige ontmoeting plaatsvond tussen de moslims en de Turken. Een ontmoeting welke een zaadje plantte waaruit later grote profijtvolle vruchten zullen voortkomen.
السلاجقة
Al-Salaadjiqah (de Seltsjoeken)
Hun oorsprong, en hun koningen – deel 2
Het eerste contact tussen de Turken en de Islamitische wereld
In het jaar 22 van de Hijrah kalender wat correspondeert met het jaar 642 in de Gregoriaanse kalender bewogen de Islamitische legers zich voort naar het gebied al-Bâb om het te openen. Deze plek ligt in het huidige Syrië vlakbij Aleppo
En in die periode bewoonden de Turken inmiddels dit gebied en het was hier waar de leider van het Islamitische leger ‘Abd ar-Rahmân ibn Rabie’ah de koning van de Turken in dat gebied Shahrbarâz ontmoette. En Shahrbarâz verzocht ‘Abd ar-Rahmân om een vredesakkoord, en hij toonde zijn bereidwilligheid om te participeren in het Islamitische leger en onder hun leiding om de Armenen te bestrijden. ‘Abd ar-Rahmân stuurde hem vervolgens door naar de opperbevelhebber Sarrâqah ibn ‘Amroe en de laatste accepteerde het om hem te ontvangen.
Vervolgens werd er een brief opgesteld en gestuurd naar de Khalief van die tijd ‘Oemar ibn al-Khattaab – radiya Allaahoe ‘anhoe – om hem over deze kwestie op de hoogte te stellen, en hij stemde hiermee in, waarop het vredesakkoord vervolgens werd gesloten. En er vond toen tussen de moslims en de Turken geen enkele strijd plaats, integendeel allen begaven zij zich richting Armenië om het te openen en er de Islaam te verspreiden.
En de Islamitische legers trokken verder voort om de landen te openen voor de Islaam in het noord oosten van Perzië totdat de da’wah van Allâh zich daar verspreidde. Het Perzische rijk vormde in die gebieden van oudsher een ondoordringbaar obstakel voor de Islamitische legers en als gevolg van de Foetoehât al-Islâmiyyah en de val van het Perzische Rijk kwam de deur wijd open te staan voor de volkeren en stammen in die landen en gebieden om zich vrijelijk te bewegen en onder deze volkeren waren ook de Turken. En zo ontstonden de eerste contacten tussen deze volkeren en de moslims, en de Turken omarmden de Islaam en zij voegden zich toe aan de rijen van de moedjâhidien om de Islâm te verspreiden en om het Woord van Allaah het allerhoogste te laten zijn.
En in de periode van de rechtgeleide khalief ‘Othmân ibn ‘Affân – radiya Allaahoe ‘anhoe – slaagden de moslims erin om Tabaristan te openen, en vervolgens staken de moslims in het jaar 31 Hijri de Jaihun rivier (نهر جيحون) en arriveerden zij in het gebied wat door de Arabieren ‘bilaad maa waraa` an-Nahr’ genoemd werd, ‘het land achter de rivier’. En de rivier die hier bedoelt wordt is de Jaihun rivier, ook wel bekend als de Amu Darja zoals wij eerder in deel 1 van deze serie besproken hebben.
In het Nederlands staat dit gebied bekend onder de naam ‘Transoxanië’, Oxus is de klassieke Griekse benaming voor de rivier Amu Darja, en in het Perzisch draagt het de benaming Farârûd ‘buiten de (Amudarya) rivier’. Transoxanië omvat het deel van Centraal-Azië wat ongeveer overeenkomt met hedendaags Oezbekistan, Tadzjikistan, het zuiden van Kirgizië, en het zuid-westen van Kazachstan. Geografisch gezien is het gebied tussen de Amu Darya en de Syr Darya rivieren.
Transoxanië
Dus de moslims arriveerden in Transoxanië en velen van de Turken traden de Islaam binnen, en zij kwamen te behoren tot degenen die het verdedigden en tot degenen die participeerden in de Jihâd om de da’wah van Allaah te verspreiden in de wereld.
En de Islamitische legers bewogen zich steeds verder voort in deze gebieden en zij openden vervolgens Bukhâra in de periode van Moe’âwiyah ibn Abie Soefyân – radiya Allaahoe ‘anhoe – en deze zegevierende legers trokken steeds dieper het gebied in totdat zij Samarqand bereikten. Het tijdperk van de recht geleide Islamitische staat verscheen nog maar net of kort daarna viel geheel Transoxanië al snel onder Islamitisch bestuur. En de volkeren in die gebieden kwamen te leven in een sterk gevestigde Islamitische beschaving en het aantal Turken nam toe in het binnenhof van de Khaliefen, en de bestuurders van de ‘Abbasiden, en zij traden toe tot de bestuursposten en de regeringsposities van de Staat. En onder hen waren er die posities hadden in het leger, en als bestuurders, en als ambtenaren, en zij vervulden deze posities en voerden hun taken uit in kalmte en gehoorzaamheid totdat zij door toedoen van deze eigenschappen hoge niveaus bereikten.
En toen al-Moe’tassim de Abassid leider werd van het khaliefaat opende hij de deuren voor de Turkse invloeden, en hij kende aan hen bestuursposten toe, en zo begonnen zij mee te participeren in het directe bestuur van de staatsaangelegenheden. En de politieke ambitie van al-Moe’tassim was om de Perzische machtsinvloed te verminderen die inmiddels absolute zeggenschap had verworven in het besturen van de Abbasidische staat sinds de regeringsperiode van al-Ma`moen. En het belang die al-Moe’tassim hechte aan de Turken begon een afkeer te creëren bij de mensen tegen hem, waarop hij een nieuwe stad stichtte genaamd Samarra (سامراء), een stad ongeveer 125 kilometer van Baghdâd, waar hij en zijn leger en zijn ondersteuners gingen wonen.
En vanaf dat moment in de geschiedenis begon de oprijzing van de Turken in het vervullen van een belangrijke rol in de arena van de Islamitische geschiedenis, totdat zij een grote Islamitische staat vestigden die in goede contact stond met de khaliefen van de Abbasidische staat welke bekend is komen te staan als ad-Dawlah as-Seldjoeqiyyah (het Seltsjoekenrijk).
In shaa Allaah in het volgende deel : Het begin van de opkomst van de Seltsjoeken
Vertaling en samenstelling : Aboe Hudayfa Musa ibn Yusuf al-Indonesi