Preview: De Hanbali’s van Damascus onder Ottomaans bestuur in de 18e eeuw

in Aqidah - Geloofsleer/Fiqh/Geschiedenis/Hanbali door
Leestijd: 3 minuten

In de periode dat Damascus onder Ottomaanse macht kwam te liggen, werden de Ḥanābilah hevig gemarginaliseerd. Voorheen waren de Ḥanābilah een dominante groep in Damascus, in elke generatie was er een Qāḍī al-Quḍāt  (hoofdrechter) die anbalī was. Dit veranderde na de Ottomanen, die overal Ḥanafī geleerden plaatsten. De laatste Qāḍī al-Quḍāt  van de Ḥanābilah in Damascus was Sharafuddîn Ibn Muflih in 992, precies het begin van de Ottomaanse verovering.

Kort samengevat, de Hanbali’s in Damascus in die periode begonnen water bij de wijn te doen. Het merendeel van de Hanbali’s in Damascus begonnen te bestaan uit import Ḥanābilah uit Nablus (Palestina) en Ba’labek (Libanon) die ook al onder Ottomaans bestuur vielen. De families uit deze twee plaatsen begonnen Damascus te domineren. Met name de Banū Muwâhibî met aan het hoofd Abd al-Bâqî al-Ḥanbalī (1005H), die een grote hoofdrol speelde in het vermengen van de Hanbali Madhhab met Sufisme en Ilm al-Kalâm (speculatieve theologie).

Extreme facetten van het Soefisme en de theologie van Ibn ‘Arabi begonnen zijn intrede te doen bij de Hanbali’s onder Ottomaans bestuur. Met name de Hanbali’s die toch bepaalde posities dicht bij de overheid konden bemachtigen. Dit resulteerde in geschreven Aqīdah werken van deze Hanbali geleerden waarin deze Soefi en Kalām invloeden zich manifesteerden. Waardoor generaties na deze Hanbali geleerden in de veronderstelling waren dat deze Hanbali Aqīdah werken representatief waren voor de Aqīdah van de Selef en van al-Imām Aḥmad ibn Ḥanbal.

Kwesties die in deze werken terecht kwamen zijn kwesties zoals:

  • Ongefundeerde Tawassul (bemiddeling) bij heiligen zowel dood als levend
  • Istighāthah (Hulp vragen in tijden van nood) aan overleden heiligen en profeten.
  • Karāmāt van heiligen dood en levend. Waarbij men heel gemakkelijk allerlei wonderen toekent aan hen.
  • Het veelvuldig bezoeken van graven van heiligen, vromen, en profeten, en het aanroepen van hen bij deze graven, en Tabarruk verrichten (zegeningen verkrijgen) erbij.
  • Neoplatoonse opvattingen in ‘Aqīdah welke via ‘Ilm al-Kalām de ‘Aqīdah van de moslim had beïnvloed al sinds de tijd van de Abbasiden.

Qalāʾid al-‘Iqyān een ‘Aqīdah werk uit deze Ottomaanse periode

Een voorbeeldje van zo een werk in Aqīdah van een belangrijke en grote Hanbali geleerde is het werk van Ibn Balbân. Hij leefde in deze Ottomaanse periode en schreef het werk ‘Qalāʾid al-‘Iqyān’ de inhoud van dit werk laat duidelijk zien dat het een product is van deze tijdsperiode. Het is een hybride werk van Hanbali Aqīdah, Sufisme en ‘Ilm al-Kalâm (speculatieve theologie). muʾmin

Ibn Balbān was een student van de eerder hierboven genoemde geleerde ‘Abd al-Bâqi al-Muwâhibî al-Hanbali (1070) uit Egypte. Deze genoot zijn eerste studie in Cairo aan de Azhar Universiteit en vertrok later naar Damascus. Hij was van invloed op Ibn Balbān en deze beïnvloeding is duidelijk terug te zien in zijn werk. Zo valt zijn lakse houding ten opzichte van Ilm al-Kalâm (speculatieve theologie) op en dat hij het gebruikt om te bepalen wat ‘Aqīdah inhoudt. De groepen van Kalām, zoals de Ashāʿirah en de Mātūrīdiyyah, laat hij tevens behoren tot geaccepteerde en correcte ‘Aqīdah scholen van Ahl al-Sunnah wa l-Djamāʿah. Verder integreert hij Sufi theologie in de ‘Aqīdah van de Hanbali’s.

Natuurlijk vanuit een historisch perspectief bekeken is dit alles niet verwonderlijk, gezien de dominantie en dictatoriale Ottomaanse invloed in die regio. De Ottomaanse staat was een Sufistische Kalāmi staat. Waar het dominante curriculum een mutakallim curriculum was.  Dus de beïnvloeding is historisch en logisch verklaarbaar, dit haalt niks af van de status van Ibn Balbān als grote Hanbali Faqīh, die belangrijke klassieke werken heeft geschreven in al-Fiqh zoals het legendarische werk ‘Akhsar al-Mukhtasarât.

Het is dus ook niet verwonderlijk dat deze ‘Aqīdah werken gedoceerd worden in Universiteiten zoals al-Azhar in Cairo, aangezien deze universiteit ook erg leunt richting Kalām en Sufisme.

Sufistische invloeden onder Hanbali geleerden

In deze Ottomaanse periode waren er ook Hanbali geleerden die bijvoorbeeld bewakers werden van graftombes, waar mensen naar toe reisden om daar barakah (zegeningen) te verkrijgen. En je had Hanbali geleerden, zoals o.a. ‘Abd al-Qādir al-Muwâhibî, aan wie Karāmāt werden toegeschreven zoals dat hij regen kon brengen in tijden van droogte. Je had Hanbali geleerden, zoals o.a. ‘Abd al-Qādir at-Taghlibî, die amuletten schreven voor mensen tegen bescherming van het kwaad. Deze zaken worden door historici overgeleverd, zoals door Muḥammed Khalīl al-Murâdi en Jamîl Afandi ash-Shattî, en laten duidelijk de beïnvloeding zien die ontstond in deze periode van Damascus onder Ottomaans bestuur.

Dit artikel is slechts een preview van een lange, diepgaande en interessante geschiedenis, wat wederom weer duidelijk maakt dat Tārīkh (geschiedenis) een belangrijk onderdeel is voor de Ṭālib ul-‘Ilm (de zoeker naar kennis). Dat geschiedenis een belangrijke rol speelt in het verkrijgen van een bredere perceptie van hoe bepaalde ‘Aqīdah en Fiqh scholen zijn ontstaan, hoe zij beïnvloed zijn door externe onislamitische invloeden, maar ook hij zij elkaar beïnvloed hebben.

Ik hoop in de toekomst een uitgebreider artikel te schrijven over deze prachtige en interessante periode van 18e-eeuws Damascus.

Moge Allāh ons in staat stellen te behoren tot de oprechte onderzoekers en moge Hij ons de Waarheid laten zien als Waarheid en ons voorzien in het volgen ervan. En moge Hij ons de valsheid laten zien als valsheid en ons voorzien in het vermijden ervan.

[Bronnen: ‘The Non-Wahhabi Hanbali’s of Eighteenth Century Syria’, John Voll. al-Masâ’ilu l-‘Aqadiyyah allatī Khâlafa fīhâ ba’dhu Fuqahâ’i l-Hanâbilah Imâm al-Madhab’, Humûd as-Sallâmah]

Abû Hudhayfah Mûsâ ibn Yûsuf al-Indonesi

1 Comment

Geef een reactie

Your email address will not be published.

*