Een veel voorkomende vraag is een vraag die betrekking heeft op al-Qadr (voorbeschikking), zijn wij mensen nou vrij of zijn wij gedwongen? Hebben daden nut om te verrichten als alles toch al vaststaat? Deze vragen zijn niet nieuw en ontstonden al vroegtijdig in de beginperiode van de Islâm
Een klassieke discussie
De kwestie van al Qadr (de Goddelijke voorbeschikking) is een klassieke discussie, waar uiteindelijk twee tegenovergestelde groepen uit ontstaan zijn. Deze twee groepen behoren tot de meest vroege moedersekten die ontstonden al in de vroege periode van de Islâm, en hieruit zijn talloze varianten weer uit ontsproten. We spreken dan over de Jabariyyah en de Qadariyyah.
Heel simpel gesteld zijn deze twee groepen ontstaan omdat wij mensen als geschapen wezens met onze geschapen ‘Aql (ratio), de Ongeschapene willen begrijpen en doorgronden. Het dilemma ontstaat rondom twee Eigenschappen van Allâh, namelijk (1) Zijn Alwetendheid en (2) Zijn Rechtvaardigheid, en deze twee Eigenschappen van de Schepper en wat eruit voortvloeit aan implicaties zijn voor sommigen op de een of andere manier niet beiden rationeel te rijmen met elkaar. Hierdoor zijn vele groepen mensen – in het specifiek de Falasifah (filosofen) en de Mutakallimin (beoefenaars van de speculatieve theologie) – gaan zwemmen in al-Ghayb (Het Verborgene).
De Djabriyyah
De Djabriyyah vertrekken vanuit de Alwetenheid van Allaah en dat Hij vanuit Zijn Alwetendheid alles al heeft voorbeschikt (al-Qadr), dus ook de eindbestemmingen van Zijn dienaren, namelijk het Paradijs en de Hel. Omdat zij deze Alwetendheid en voorbeschikking in stand willen houden, zijn zij met de bid’ah (innovatie) gekomen van al-Jabr. Dit houdt in dat de mens volgens hen door deze Qadr (Goddelijke voorbeschikking) geen vrije wil heeft en madjboer (gedwongen) is in zijn handelingen. Het gedwongen zijn noemt men al-Djabr vandaar dat zij bekend zijn komen te staan als de Djabriyyah.
De Qadariyyah
De Qadariyyah willen de Rechtvaardigheid van Allaah in standhouden. Volgens hen is het in tegenstrijd met Zijn ‘Adl (rechtvaardigheid) dat de daden van de mens vooraf bepaald zijn en geschapen. En dat Allaah dan vervolgens hen terecht stelt op basis van hun daden, die zij niet zelf geschapen hebben. Hierdoor zijn zij met de bid’ah gekomen dat de dienaren hun eigen daden scheppen. En daarom vergeleken de Salaf hen met de madjus (vuuraanbidders), en werden zij ‘de madjus van deze Ummah’ genoemd. Omdat zij met deze bid’ah impliciet beweren dat er twee scheppers zijn.
De middenpositie van Ahl as-Sunnah wa l-Jamâ’ah
De oplossing is het accepteren wat er duidelijk vermeld staat in de Qur’ân en de Sunnah en de Boeken van de Selef, en de ervaarbare feiten die we voor ons hebben liggen. Het eerste feit is dat wij mensen keuzes kunnen maken, en dit voelen wij ook in de realiteit. Niemand voelt zich gedwongen wanneer hij of zij een bepaalde keuze maakt of een bepaalde daad verricht. Voel jij je gedwongen om dit artikel te lezen? Duidelijk niet en het is een keuze geweest van jou en je kunt ook kiezen om nu niet verder te lezen. Dit gevoel en deze ervaring van vrijheid van keuze is dus een werkelijkheid welke wij als feit dienen aan te nemen.
Het tweede feit is dat Allâh in de Qur’ân en de Sunnah een belofte heeft gemaakt, die belofte is dat als wij de juiste keuzes maken Hij het Paradijs heeft beloofd en als wij de verkeerde keuze maken Hij de Hel heeft beloofd. Dus ofwel wij geloven in deze belofte en wij geloven Allâh op Zijn Woord, of wij geloven deze woorden niet en dan hebben wij ervoor gekozen om ongelovig te zijn in de Woorden van Allâh.
Wanneer wij deze twee feiten tot ons laten doordringen zal de verstandige ziel beseffen dat het graven in al-Qadr de weg is naar al-Halâk (ondergang en vernietiging). Want de Qadr is het geheim van Allâh en dit komt duidelijk naar voren in Qurân verzen en Profetische overleveringen. En onze miezerige en beperkte geschapen brein zal nooit in staat zijn om de ‘Ilm (kennis) en Daden van de Ongeschapene te begrijpen. Daarom is de oplossing eigenlijk héél simpel, en dat is Istislaam verrichten (jezelf volledig overgeven aan Allaah) door Zijn Tawhîd (Eenheid) te beleiden en te vertrouwen in Zijn beloftes, te hopen op Zijn barmhartigheid en vergeving, en angst te hebben voor Zijn Strengheid en Bestraffing.
Abu Hudayfa Musa ibn Yusuf