Onderzoek NTA ‘Moskeeën in verandering’ onder de loep

in Nieuws/Salafisme door
Leestijd: 10 minuten

Wie het document van de NTA “Moskeeen in verandering” leest en bestudeert ziet al snel de insteek van het schrijven. Op een subtiele, doch voor ingelezenen overduidelijke, wijze neemt het document je mee in een vooropgezet frame. Waarbij het doel is om het Salafisme te framen in een fundamentalisch kader, het uit te zonderen als een sektarische fundamentalistische aftakking, een opstapje naar extremisme. Wanneer een ongestudeerde persoon dit document leest, en met name ongelovige beleidsmakers, dan kan hij geen andere conclusie trekken dat we toch vooral die Salafisten in de gaten moeten houden. Want de Salafisten volgen een sektarische interpretatie van de Islaam waarbij men zich afzondert van de gemeenschap, en familie, en omgeving. En ze zijn uit op het overnemen van de moskeeen en het beinvloeden van naieve jongeren, om ze vervolgens heimelijk in te lijfen in het Wahhabisme!!

Het zou teveel tijd in beslag nemen om het gehele document te behandelen, maar het zal volstaan om een voorbeeld aan te halen.

Het NTA document stelt het volgende op blz 128:


De NTA schrijft het volgende: “Op basis van deze informatie noemen we de soennitische geloofsleerscholen:”. Dit is echt vreemd aangezien de Moe’tazilieten, met consensus van de moslims, zich geheel niet in het Soennitische spectrum van geloofsleer bevinden. Maar hier probeert het NTA eerst een premisse te bouwen in het hoofd van de lezer, waarbij zij de Moe’tazilieten en de Ahl al-Hadith neer willen zetten als de twee uitersten van het Soennitisch spectrum. Vervolgens (toevallig?!) de Asharieten en de Maturidieten in het midden van het spectrum. Terwijl de realiteit geheel niet zo in elkaar steekt, de Ahl al-Hadith waren de oorsprong onder de geloofsscholen en geenszins een uiterste van een spectrum. Uit de Ahl al-Hadith zijn andere groepen zich gaan afsplitsen en begonnen hun eigen geloofsleer scholen te vormen, zoals de verschillende Kalami groepen als de Ash’arieten en Maturidieten. Dit zal later aangetoond worden uit dezelfde bron waar NTA naar verwijst, maar die zij helaas verdraaid weergeven.

Connecting the dots

Wat ook opvalt bij deze passage in het document van de NTA is de bron verwijzing, ik heb dit met rood omcirkeld. Wie op het eerste gezicht kijkt naar de bronvermelding zal in de veronderstelling zijn dat het hier gaat om het originele werk van al-Qayrawani. Maar niks is minder waar, de bron gaat in werkelijkheid terug naar de vertaalde versie van het werk, vertaald door niemand minder dan Mhamed Aarab…….toeval?



 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De lijnen in het NTA netwerk lopen dus weer richting het fanatieke Sufi Ash’ari bolwerk, met aan het hoofd van dit bolwerk Galal al-Jihany, Said el Mokadmi, en Mhamed Aarab. Het verbaast dan ook niet dat de conlusie van het NTA document in dezelfde lijn ligt als de standpunten van dit Ash’ari bolwerk, namelijk dat de Salafisten zich buiten de Soennie orthodoxie bevinden…

Kortom een ongestudeerde lezer zal dus met dit spectrum in het hoofd verder gaan lezen in het document, op deze slinkse wijze neemt het NTA de lezer mee in hun vooropgezet frame.

Vervolgens zegt het NTA document het volgende op blz 128:


Dus na het opbouwen van de (valse) premisse begint men over te gaan op de conclusie en dat is: De Ash’arieten en de Maturidieten zijn de enige geloofsleerscholen die overgebleven zijn van de oorspronkelijke vier geloofsleerscholen. En samen met de vier wetscholen vertegenwoordigen zij de Soenni Islaam. Als dit nu goed in het hoofd is geprent van de lezers (waaronder de beleidsmakers van de Nederlandse overheid), kan het NTA overgaan naar de volgende stap en dat is de groep aanwijzen die zich afgesplitst heeft van deze Soenni Orthodoxie, en dus lezen wij meteen op de volgende pagina, je raadt het al, de Salafisten!! :

De Salafisten bevinden zich dus ‘naast de orthodoxie‘, en zij wijzen de orthodoxie af, in simpelere bewoordingen: De Salafisten zijn een sekte, maar de Ash’arieten en de Maturidieten zijn de mainstream Islaam. Het NTA vindt de Salafisten zelfs zo belangrijk dat ze een extra aparte bijlage ervoor hebben gemaakt, dat zal smullen zijn voor de beleidsmakers!

Geschiedvervalsing

Vervolgens, om het een beetje academische status te geven, geeft het NTA een kort geschiedenislesje, en stellen zij het volgende:

Met hele algemene termen is het zichtbaar dat de NTA nu begint met het verder voortbouwen op de eerder aangelegde (valse) premisse. Algemene termen zoals ‘In de geschiedenis van de Islam‘ zonder te duiden in welke periode precies. Terwijl het duiden van de periode een ontzettend belangrijk gegeven is, vooral bij het uiteenzetten van de ontwikkeling van de geloofsleerscholen. Maar ja zouden ze de exacte periodes wel weergeven dan zakt hun kaartenhuis in elkaar, want dan zouden de lezers kunnen zien, op basis van historische data, dat de Ash’ari en Maturidi leerscholen veel later zijn ontstaan dan de Ahl al-Hadith. En zou men zien dat de Hanabilah hun ‘Aqidah allang hadden vastgesteld in talloze werken, met aan het hoofd al-Imaam Ahmed zelf en zijn directe studenten. En dan zou men zien dat de boeken van de Ashâ’irah en de Maturidiyyah geschreven en ontwikkeld zijn ná de boeken van de Salaf en de Ahl al-Hadith en de Hanabilah.

M.a.w. de eerste ‘Aqidah werken die geschreven zijn dateren van vóór Aboe l-Hasan al-Ash’ari en Aboe Mansur al-Maturidi. Want buiten de werken van al-Imâm Ahmed ibn Hanbal zelf hebben de Hanâbilah na hem velen werken geschreven van ‘Aqîdah waarin zij de Mu’tazilah, de Jahmiyyah, de Qadariyyah, al-Jabriyyah etc beantwoorden en weerleggen vanuit de Ahl al-Hadieth methode. Waarin men systematisch de Soenni Aqîdah uiteenzet en de afwijkingen daaraan beantwoord in een soortgelijk stijl als de Fiqh al-Akbar welke toeschreven wordt aan Aboe Hanîfah. 𝗩𝗲𝗲𝗹 𝘄𝗲𝗿𝗸𝗲𝗻 𝗱𝗮𝘁𝗲𝗿𝗲𝗻 𝘃𝗮𝗻 𝘃𝗼́𝗼́𝗿 𝗱𝗲 𝗯𝗲𝗸𝗲𝗻𝗱𝗲 𝘁𝗵𝗲𝗼𝗹𝗼𝗴𝗶𝘀𝗰𝗵𝗲 𝗸𝗮𝗹𝗮̂𝗺 𝘄𝗲𝗿𝗸𝗲𝗻 𝘃𝗮𝗻 𝗱𝗲 𝗔𝘀𝗵𝗮̂’𝗶𝗿𝗮𝗵 𝗲𝗻 𝗱𝗲 𝗠𝗮̂𝘁𝘂𝗿𝗶𝗱𝗶𝘆𝘆𝗮𝗵, zoals bijv (en let op de tijdsperiodes!!):

📚 Kitâb Oesoel as-Soennah en ar-Rad ‘alâ al-Jahmiyyah van al-Imâm Ahmed (H241),

📚 Khalq Af’âl al-‘Ibâd en Kitâb at-Tawhîd van al-Imâm al-Boekhârie (H256),

📚 Kitâb as-Soennah van al-Atram (H273)

📚 Kitâb ar-Rad ‘alâ al-Jahmiyyah en ar-Rad ‘alâ Bishr al-Marîsie van ad-Dârimie (H280)

📚 Kitâb as-Soennah van ‘Abdoellâh ibn Ahmad ibn Hanbal (H290)

📚 Kitâb as-Soennah van Imaam al-Marwazie (H292)

📚 Kitâb at- Tawhîd, ar-Rad ‘alâ al-Jahmiyyah en Kitâb al- Imân van Ibn Mandah (H301)

📚 Kitâb as-Soennah van al-Khallâl (H311)

📚 Kitâb at-Tawhîd van Ibn Khoezaymah (H311).

Ook zijn er vele andere werken van de Hanâbilah, Ahl al-Hadieth die geschreven zijn in dezelfde periode als toen de eerste kalâm werken verschenen zoals die van Aboe l-Hasan al-Ash’ari (H324) en Aboe Mansoer al-Mâturidi (H333) en daarna zoals bijv. de werken:

📚 Sharh as-Soennah van al-Berbehâri (H329)

📚 al-Ibaanah ‘an Sharî’ati al-Firqatoe n-Nâdjiyyah van Ibn Battah (H387)

📚 ash-Sharî’ah van al-Âdjûri (H360)

📚 Sharh Oesoel I’tiqâd Ahl as-Sunnah wa l-Jamâ’ah van al-Lâlakâ`ie (418)

Historisch gezien staat het geschiedenisverhaaltje van de NTA dus op losseschroeven, en is men vooral bezig met het herschrijven van de geschiedenis die voordeliger uitkomt voor de Ash’arieten en Maturidieten.

De Ash’ari Aap komt uit de mouw

Vervolgens zegt de NTA: ‘was er een groep moslims, onder leiding van schriftgeleerden,….

Wederom kiest de NTA ervoor om in zeer algemene en vage termen te spreken, want wie was deze groep moslims? Onder leiding van welke schriftgeleerden? Maar dit soort cruciale informatie is allemaal niet belangrijk voor de NTA, het doel is namelijk niet om de lezer daadwerkelijk te voorzien van theologische informatie, nee het doel is een groep uitzonderen en deze als extreem neer te zetten. Want wat deed deze ‘groep moslims, onder leiding van schriftgeleerden’?? De NTA vervolgt de zin en zegt: ‘was er een groep moslims, onder leiding van schriftgeleerden, die de ash’ari- en maturidi- geloofsleerscholen afwezen maar ook afweken van de Ahl ul Hadith-geloofsleerschool‘. 

Daar komt de aap uit de mouw! Hoe durven ze! Hoe kan het zo zijn dat deze ‘groep moslims‘ met hun schriftgeleerden de Soennie orthodoxie afwezen!? Hoe durven zij tegen de meerderheid van de Oemmah in te gaan?! En als klap op de vuurpijl keren zij zich niet alleen tegen de Ash’aris en Maturidis maar weken zij ook nog eens af van de Ahl al-Hadith!! Dit moet wel een verschrikkelijke afwijkende heterodoxe groep zijn! Eens even kijken wat de NTA en hun theoloog hierover te zeggen hebben, hopelijk geven zij ons wat houvast…

De NTA schrijft: ‘Deze groep moslims werd een stroming en werd door anderen geclassificeerd als ‘het hanbalisme’. De reden hiervoor was omdat ze de hanbalitische wetschool volgden van de wetgeleerde Ahmed Ibn Hanbal (780-855), maar afwijkende ideeën hadden over de geloofsleerscholen die op dat moment golden.[477] Deze groep is de voorganger van het hedendaagse salafisme.[478] De term hanbalisme is echter verwarrend omdat deze term de suggestie wekt over één van de vier genoemde soennitische wetscholen te gaan, terwijl het in essentie een geloofsleerschool aanduidt (waar het salafisme uit is ontstaan) die in haar tijd als afwijkend werd gezien door de schriftgeleerden van de ash’ari- en maturidigeloofsleerscholen.[479]

Dus deze vage onbenoemde ‘groep moslims‘ werd een stroming? Vervolgens waren er ‘anderen‘ die hen classificeerde als zijnde Hanbalis. Wie deze ‘anderen‘ zijn wordt ook lekker vaag gehouden door de NTA, maar hoe dan ook, deze ‘anderen‘ hadden het volgens de NTA helemaal mis met hun classificatie van deze ‘groep moslims‘ als zijnde Hanbalis. Dat waren ze natuurlijk niet!! Nee, nee, deze ‘groep moslims‘ en ‘hun schriftgeleerden’ beste lezers, waren allesbehalve klassiek of orthodox. Dus de ‘anderen‘ hadden het fout en zorgden alleen maar voor verwarring met de classificatie met Hanbalisme, maar gelukkig hebben wij de NTA die ons kunnen duiden op hoe de vork daadwerkelijk in de steel zit met deze ‘groep moslims‘.

Framing van de hoogste plank

Laten we nog een keer goed kijken naar deze alinea, ik heb wat woorden onderstreept zodat het zichtbaar wordt dat we hier getuigen zijn van een knap staaltje framing:

Afwezen, afweken, afwijkende ideen, afwijkend, het beeld moge duidelijk zijn. Samengevat zijn deze ‘groep moslims’:

– Afgeweken van de enige overgebleven leerscholen van de Soenni Orthodoxie (lees: Asharis en Maturidis)
– Afgeweken van de Ahl al-Hadieth
– Afgeweken van de Hanbalis
– Afgewezen door de moslims

Wat een dubieuze groep moet dit zijn! Heel eng allemaal, en zij werden zelfs als afwijkend gezien in ‘haar tijd’ door de geleerden van de Ash’aris en Maturidis!! Naar welke tijdsperiode ‘haar tijd‘ precies verwijst wordt natuurlijk ook niet vernoemd door de NTA. Vervolgens maakt de NTA duidelijk dat deze afwijkende en afgewezen ‘groep moslims’ de voorlopers zijn van het Salafisme!! Zo makkelijk gaat dit dus bij de NTA, eerst spreken over een onduidelijke groep, dan deze groep neerzetten als afwijkend, om vervolgens the giant leap te nemen naar het feit dat uit deze groep de Salafies zijn gekomen.

Buiten deze overduidelijke poging van stigmatiseren maakt de NTA zich ook nog eens schuldig aan het mis gebruiken van bronnen. Bij voetnoot ‘479’ wordt er een verwijzing gegeven naar een bron van George, Makdisi, helaas voor de NTA ben ik goed bekend met George Makdisi’s schrijfwerken. Het verbaasde me dan ook meteen dat de voetnoot verwees naar het artikel van Makdisi over de Hanbalies.

Bronnen misbruik

Laten we nu even gaan kijken naar de bewering van de NTA en dan deze vervolgens vergelijken met de bron van Makdisi. Wat heeft Makdisi, een geronommeerde onderzoeker, zelf te zeggen over groepen zoals de Ahl al-Hadith, de Ash’aris en de Maturidis? Ik zal hieronder screenshots plaatsen uit de bron die NTA genoemd heeft van George Makdisi:

Dus Aboe l-Hasan al-Ash’arie was 40 jaar Moe’tazili maar toonde berouw van deze madhhab en schreef zichzelf uiteindelijk toe aan de madhhab van al-Imaam Ahmed. Wiens Madhhab representatief was voor dé orthodoxie in die tijd, en het vertegenwoordigde tevens de geloofsleer van de andere 3 imaams, Abu Haniefah, Maalik en al-Shaafi’ie. Tevens zien we nog iets anders opvallends, namelijk dat de khalief in die tijd een ‘Aqidah werk liet publiceren die respresentatief moest zijn voor de traditionele orthodoxe Soennie leer. In dit welbekende werk genaamd “De Qadiri Creed” werd er stevig uitgehaald naar de Mu’tazilieten, Ash’arieten en de Shi’ah. Mmm, maar de Ash’arieten waren toch de mainstream volgens de NTA?? Blijkbaar zit het verhaal toch wat anders in elkaar…

Vervolgens zegt Makdisi:

Makdisi beschrijft hoe ‘Traditionalisme‘, de overhand kreeg op de ‘Rationalists movement‘. Nadat deze rationalistische beweging tijdelijk een sterke opkomst hadden verkregen in de tijd van Ma`moun en de Inquisitie tegen al-Imaam Ahmed, werd het bijna zo goed als volledig de kop ingedrukt en verslagen door de Ahl al-Hadith in het algemeen en de Hanbalies in het specifiek.

Tevens beschrijft Makdisi dat ‘alle scholen uit de Ahl al-Hadith zijn voortgekomen‘, terwijl de NTA beweert dat de Ahl al-Hadith aan de uiterste kant van het Soennitische spectrum staan??! Gelukkig laten de historische feiten anders zien, en Makdisi maakt dit heel duidelijk in zijn artikel dus het is uiterst vreemd dat de NTA naar hem refereert als bron?

Vervolgens zegt Makdisi:

Makdisi vervolgt zijn verhaal over hoe de ‘Traditionalisten‘ (d.w.z. de school van Ahl al-Hadith) hun invloed verder kracht bijzette a.d.h.v. het stichten van Waqfs. Vervolgens in de 2e alinea stelt hij duidelijk dat alle geinstitutionaliseerde leerscholen in die tijd gesteund werden door deze Waqf’s, en dat deze scholen geen fans waren van Kalam. Kortom de dominante leerschool in de eerste eeuwen van de Islam en na de Mihnah van al-Imaam Ahmad was de leerschool van de Ahl al-Hadith, de Traditionalisten. 

Vervolgens meteen de volgende alinea komt Makdisi met een belangrijke bevinding, zo zegt hij:
Makdisi beschrijft hoe de Rationalistische scholen (de Moe’tazilieten, Ash’arieten, Maturidieten) naar de zijlijnen werden geduwd in het Islamitische rijk, en beschouwt werden als afwijkend aan de Orthodoxie en de school van de Ahl al-Hadith. Dus theologie bedrijven op een Kalami methode was alles behalve mainstream in de eerste eeuwen van de Islaam. Vervolgens gaat Makdisi over op het uitleggen hoe deze Kalami Rationalistische scholen toch hebben kunnen overleven in een anti-kalaam klimaat. Dus legt Makdisi uit dat de Moe’tazilieten en de Ash’arieten infiltreerden bij de Ahl al-Hadith scholen, en dat zij via de Juridische kant van de school binnenkwamen. De Moe’tazilieten deden dit door de Hanafi wetschool aan te hangen, en om zo als “Hanafie” juristen de Madrasa’s van Ahl al-Hadith binnen te komen. En de Ash’arieten deden dit voornamelijk via de Shafi’ie madhhab.

Tot slot, om het niet nog langer te maken, zegt al-Makdisi:

Wat meer moeten we nog laten zien? Makdisi zegt hier heel duidelijk dat er één madhhab overbleef vrij van besmetting en infiltratie. En deze Madhhab is representatief voor de originele Madhhab, de Madhhab van Ahl al-Hadieth!

Het moge dus duidelijk zijn dat NTA met hele andere conlusies komt dan de gerenommeerde academicus George Makdisi. Ik had nog veel meer kunnen aanstippen uit het document van de NTA, maar de bovengenoemde voorbeelde volstaan om een realistisch beeld te krijgen van de werkwijze van de NTA. Wat de NTA vooral heeft gedaan is een flutdocument samenstellen met geschiedvervalsing en verkeerd gebruik van bronnen. Het document is een bedoeld om een gestigmatiseerd beeld neer te zetten bij de overheid en hun instanties over het Salafisme, en om de eigen ‘ingroup’ de Ash’arieten en Maturidieten neer te zetten als de ‘mainstream orthodoxie’ die gevolgt wordt door de meeste moslims. En deze zelfgefabriceerde mainstream is de groep waar de overheid niet bang voor hoeft te zijn, en die zij zelfs als partner kunnen nemen in het bestrijden van de oh zo gevaarlijke Salafisten. Voor mij is het overduidelijk dat de NTA opereert vanuit een vooropgezette agenda, en vanuit een theologische stroming. Waarbij zij misbruik maken van hun positie en middelen om zo de groep waar zij vijandig aan zijn, de Ahl al-Hadith/as-Salafiyyah, te stigmatiseren. Op deze manier kunnen zij beleid uitlokken bij de overheidsinstanties, om zodoende deze gezegende da’wah in te perken en dwars te bomen.

Wa Allaahoe ta’aala A’lam

 

Geef een reactie

Your email address will not be published.

*