Shaykh ‘Abd ar-Rahmaan ibn Nāṣir al-Barrāk (moge Allah hem behouden) werd gevraagd: wat is het oordeel over een vrouwelijke daa‘iyah die op tv verschijnt in volledige shar‘i hijab met als doel da‘wah en fatwas te geven?
Hij antwoordde:
Om verder te gaan: Het basisprincipe is dat de vrouw een fitnah (verleiding) is in haar uiterlijk en haar stem. De Profeet ﷺ zei:
“Ik laat geen fitnah achter die schadelijker is voor mannen dan vrouwen.“
(muttafaqun ʿalayh).
Daarom zijn degenen die hun verlangens volgen erg gedreven om vrouwen te introduceren in alle audio en/of audiovisuele mediaprogramma’s. Op basis daarvan is het niet toegestaan voor een vrouw om op tv te verschijnen, zelfs als ze ḥidjāb draagt, (zogenaamd) in naam van al-daʿwah en het geven van fatwa’s, omdat ontelbare mannen naar haar zullen luisteren (én kijken!), zelfs als ze alleen op het kanaal verschijnt om vrouwen te onderwijzen.
Bovendien is er geen noodzaak voor haar om daʿwah te doen en fatwa’s af te geven via tv-kanalen. Het basisprincipe is dat dit door mannen moet worden gedaan, en mannen zijn daar beter geschikt voor. Gedurende de gehele islamitische geschiedenis waren mannen degenen die onderwezen, mensen uitnodigden naar de Islām riepen en fatwa’s uitvaardigden in de moskeeën en dergelijke. Zij waren de predikers en Imām’s. Het is niet toegestaan voor vrouwen om deze dingen te doen, tenzij het (privé) met vrouwen onderling is.
Bovendien is het bekend dat de deelname van vrouwen aan video- en audiomedia leidt tot zaken die in strijd zijn met de Sharīʿah, zoals onnodig naar buitengaan, omgaan met mannen, het maken van afbeeldingen van zichzelf, zelfs als ze ḥidjāb dragen. Dit leidt tot negatieve gevolgen terwijl de Islām is gekomen om deze te voorkomen, zoals Allāh – Verheven is Hij – zegt:
“O Vrouwen van de profeet! Jullie zijn als geen van de andere vrouwen. Als jullie godvrezend zijn weest dan niet bedeesd bij het spreken opdat niet iemand in wiens hart een ziekte is begeerte krijgt. En spreekt op een behoorlijke manier. En blijft in jullie huizen en vertoont jullie versieringen niet als vroeger in de tijd van de onwetendheid.”
[al-Aḥzāb 33:32-33].
Een vrouw kan een vertoning van zichzelf maken in haar kleding, zélfs als ze een ḥidjāb draagt.
Op basis van wat is voorgegaan zeg ik: het is niet toegestaan voor een vrouw om te verschijnen op media-kanalen als een dā’iyah (predikster), muftī (iemand die fatwa geeft) of leraar. Ze moet zich beperken tot daʿwah-activiteiten voor haar medezusters thuis, op school of in de gebedsruimte voor vrouwen in de moskee.
Op deze gelegenheid adviseren we onze broeders die verantwoordelijk zijn voor islamitische kanalen om Taqwah (godsbewust) te hebben voor Allāh en om niet bedrogen te worden door de woorden van degenen die verkeerde opvattingen hebben en niets verkeerds zien in vrouwen die verschijnen op islamitische kanalen. Sterker nog die dit zelfs promoten en dit ondersteunen met shubuhāt (misvattingen, loze argumenten)! Het zou voldoende moeten zijn (om de valsheid hiervan in te zien) dat dit overeenkomt met de grillen en verlangens van modernisten, die zich niet bekommeren om iets anders dan valsheid of dat wat tot valsheid leidt. Daarom vinden zij de islamitische kanalen waarop vrouwen verschijnen leuk, en beschouwen zij dit als passend met de moderne tijd. Ze houden niet van de kanalen waarop geen vrouwen verschijnen en ze beschouwen dat als achterlijk en beschrijven de verantwoordelijken als zijnde extremisten. Deze mensen zijn zoals degenen over wie Allah – de Verhevene – zegt:
“ En Allāh wenst zich genadig tot jullie te wenden maar zij die de begeerten
najagen wensen dat jullie geweldig gaan afwijken.”
[al-Nisāʾ’ 4:27]
We vragen Allāh ons te leiden naar het rechte pad en ons te behoeden voor het pad van degenen die zijn toorn hebben verdiend en van degenen die zijn afgedwaald.
En Allāh weet het beste.
Al-Shaykh al-Albānī zei:
“En wat hier in Damascus de laatste tijd veel voorkomt, is dat vrouwen op bepaalde tijden naar de masdjid gaan om een les te horen van een vrouwelijke spreker die zichzelf een “dā’iyah” (predikster) noemt! Dit is iets nieuws dat niet voorkwam in de tijd van de Profeet ﷺ en de vrome voorgangers. Het is gebruikelijk dat de vrome geleerden hun onderwijs aan vrouwen geven op een specifieke plaats, zoals in deze ḥadīth, of in een apart gedeelte van de moskee als dat mogelijk is. Als dit niet zo gedaan wordt, dan worden vrouwen meestal overtroffen door mannen en kunnen ze niet leren of vragen stellen. Mocht het zo zijn dat sommige vrouwen vandaag de dag kennis hebben opgedaan en begrip hebben van de juiste interpretatie van de Qurʾān en de Sunnah, dan is er geen bezwaar tegen het houden van een privébijeenkomst bij haar thuis of bij een van de andere vrouwen. Dit is beter voor hen, zoals de Profeet ﷺ zei in de context van het gebed: “Hun huizen zijn beter voor hen“. Als dit het geval is voor het gebed, waarin een moslimvrouw zich moet houden aan de etiquette en goede manieren, dan is het des te meer van toepassing op het onderwijzen van kennis in haar huis. Vooral als sommige vrouwen luid praten en anderen zich erbij voegen, waardoor er een lelijk en hinderlijk geluid in de moskee ontstaat, zoals we helaas hebben gehoord en gezien. Ik heb gemerkt dat deze nieuwe praktijk zich heeft verspreid naar andere landen, zoals Amman. We vragen Allah om ons te beschermen tegen elke innovatie.”
“Al-Silsilah Al-Ṣaḥīhah” (6/179)