Al-ʿAllāmah al-Muʿallimī in zijn polemiek tegen de Ḥadīth modernist Abu Rayyah beschrijft dat de meest schadelijke mensen voor de Islām en de moslims de zogenaamde Islam-advocaten zijn. Degenen die zichzelf opwerpen als zijnde de verdedigers van de Islām en de moslims, maar dat in werkelijkheid niet zijn. Vanwege het feit dat zij slachtoffer zijn van een onderworpen en gepacificeerde geest. D.w.z. dat zij bezweken zijn door de tijdsgeest waarin zij leven en door de sociale druk die zij ondervinden van de rationalisten uit hun tijd. Hierdoor verdedigen zij de Islām niet vanuit haar eigen bronnen en fundamenten, want daartoe zijn zij incapabel omdat zij niet stevig gegrondvest zijn daarin. Elke tijd kent tegenstanders van de Islām, zij die twijfels willen zaaien over de correctheid van de Islām. De criticasters van de Islām in alle tijden berusten zich zogenaamd op rationele argumenten, waarmee zij proberen te “bewijzen” dat de Islam, nadat het op de wetenschappelijke weegschaal wordt gelegd, geen standhoudt tegen de rationele bewijzen.
Als een reactie op deze aantijgingen ontstaan er verschillende groepen, je hebt degenen die het geloof verliezen omdat zij een gebrek aan al-Iman en kennis hebben, waardoor zij vatbaar zijn voor de nieuw geïntroduceerde kwesties uit hun tijd.
Je hebt degenen die alleen maar sterker worden in hun geloof, en die in staat zijn om de nieuwe invloeden te weerleggen met gegrondveste kennis uit de Qurʾān en de Sunnah en de weg van de Selef.
Vervolgens heb je degenen die gaan wankelen en die beïnvloed raken door deze zogenaamde rationele argumentatie. Wat zij proberen te doen is de Islām zodanig boetseren dat het in de rationele mal past van hun tijdsgeest. Hiermee denken zij dat ze de Islām gered hebben maar hebben zij meegeholpen aan de ondermijning ervan.
Deze laatste groep wordt beschreven door al-Muʿallimī en hij noemt ze al-Muḥāmūn al-Istislāmiyyūn – de onderworpen islam-advocaten. Die bewust, en sommigen onbewust, de Islām meer schade toebrengen dan de ongelovigen, want via hun denkwijzen verzwakken zij de ʿAqīdah en de Aḥkām van de Islām. Dit zijn de wolven in schaapskleren aangezien ongestudeerde toehoorders denken dat zij de Islam een dienst verlenen, dat zij proberen de Islam te rijmen met de huidige tijdsgeest. Terwijl zij in werkelijkheid de fundamenten van de Islām afbreken met alle gevolgen van dien.
Daarom zegt al-Muʿallimī dat zij tot de meest schadelijke groepen mensen behoren, en hij beschrijft de onderliggende oorzaken voor hun afzwakking. Wat het fenomeen is van het gebrek aan een sterk geloof (al-Iman) en een zekere overtuiging (al-Yaqīn), gegrondveste kennis over de godsdienst, waardoor je het recht op Allāh’s steun misloopt, een hulp die ervoor zorgt dat Hij je standvastig maakt op de waarheid en je voorziet van leiding in het pareren van shubuhāt.
Vervolgens verdeeld al-Muʿallimī degenen die last hebben van dit fenomeen in drie groepen, gebaseerd op de verschillende tijdsperiode waarin deze groepen actief waren. Al deze groepen vluchten naar een systeem waar zij zich aan onderwerpen.
(1) Het systeem van de Mutaqaddimīn (personen uit de vroege periode): al-Taḥrīf (verdraaien)
(2) Het systeem van de Mutawassiṭūn (personen uit de middenperiode): de bewering dat de overgeleverde teksten geen zekerheid (Yaqīn) geven, en zekerheid is een vereiste voor de fundamenten en dus verlaten zij het Boek van Allāh en de Sunnah van Zijn Boodschapper als het gaat om de fundamenten van de Godsdienst.
(3) Het systeem van sommige ʿAṣriyyīn (personen uit de hedendaagse periode): al-Tashdhīb (uitdunnen)
Het eerste systeem is waar de Muʿtazilah zich aan schuldig maakten, die de teksten uit de openbaring verdraaiden om ze passend te maken aan hun ratio.
Het tweede systeem is waar de Mutakallimīn, de nazaten van de Muʿtazilah, van de Ashāʿirah en de Mātūrīdiyyah, zich aan schuldig maken. Waar men beweert dat de overleveringen die Āḥād zijn (en dit is 95% van de Sunnah) niet gebruikt kunnen worden voor al-ʿAqīdah, omdat het zogenaamd geen volledige zekerheid geeft.
Het derde systeem is van de hedendaagse Ḥadīth-modernisten, die twijfels over de vastlegging en verzameling van ḥadīth zijn gaan accepteren, omarmen en opnieuw verspreiden. Twijfels die afkomstig zijn van de (veelal Joodse) oriëntalisten en van de Sjiieten. Zij willen, onder het mom van taḥqīq (bronnencontrole), de ḥadīth verzamelingen uitdunnen en het kaf van het koren scheiden.
Al deze groepen ondermijnen de bronnen van de Islām waardoor zij schadelijker zijn dan de ongelovigen en zij de Islām van binnenuit kapot maken.
Maar alḥamdulillāh waakt Allaah over Zijn Godsdienst en heeft hij in elke eeuw voorvechters van de Islam, die het bewaken tegen de verdraaiingen van de extremisten, de twijfels van de twijfelzaaiers. Deze bewakers zijn geleerden van de Sunnah en de Tawḥīd, Ahl al-Ḥadīth wa l-Athar.
🖋 Abu Hudayfa Musa ibn Yusuf
📚Al-Anwār al-Kāshifah, blz 23