De drie fases van de Ashʿarī en Mātūrīdī theologie in de Ottomaanse periode

in Aqidah - Geloofsleer/Geschiedenis door
Leestijd: 2 minuten

De Ottomaanse periode, kende de theologie drie fasen. Historisch en bibliografisch onderzoek wees uit dat de eerste fase, die van de klassieke Ottomaanse periode, liep van het midden van de 14e eeuw tot aan het einde van de vijftiende eeuw. In die tijd was het Ashʿarī-paradigma dominant in de Ottomaanse theologische wetenschap, ondanks dat het Ḥanafisme de gebruikelijke en officiële Madhhab was.

In de tweede fase, in de 16e eeuw, groeide onder Ottomaanse theologen de belangstelling om de ‘juiste’ doctrine van Ahl al-Sunnah te bevestigen in overeenstemming met de theologie van Abū Ḥanīfah, zoals deze gepresenteerd wordt in klassieke Mātūrīdī-teksten. Meningsverschillen met de Ashāʿirah werden in deze periode besproken. Maar omdat er geen uitgebreide verhandeling was die deze theologische verschillen en problemen zuiver vanuit een Mātūrīdī-perspectief behandelde, bleven de Ottomaanse theologen grotendeels binnen de straal van de Ashʿarī theologie.

In de derde fase kwam er verandering in deze situatie. Tegen het einde van de zestiende eeuw produceerde de in Istanbul gevestigde geleerde Aḥmad Bayāḍīzādah zijn invloedrijke Ishārāt al-Marām. Dit was een uitgebreide theologische verhandeling die de Mātūrīdiyyah ʿAqīdah verdedigde tegen vijftig problematische verschillen met de Ashʿarī ʿAqīdah. Met deze uitgebreide verhandeling en verdediging van de Mātūrīdī positie trachtte Bayāḍīzādah de status van Abū Manṣūr al-Mātūrīdī als voornaamste theoloog van de Islam te herstellen.

De derde fase liep door tot de laatste jaren van het Ottomaanse Rijk aan het einde van de negentiende eeuw. In deze fase werden talloze grote en kleine werken door Ottomaanse geleerden geproduceerd, met name door de Rumi geleerden (uit het gebied van Anatolie en de Balkan), die de Ashʿarī-Mātūrīdī-debatten als hun belangrijkste onderwerp hadden. Het was een tijd van grote intellectuele productiviteit en strijd om de juiste theologische doctrine te bepalen, en de geboorte van een nieuwe genre aan Ottomaanse literatuur, namelijk die van de debatten tussen de Ash’aris en de Maturidis.

Dit bewijst ook meteen de valsheid van de bewering dat zowel de As’hari als de Maturidi theologie de ‘Aqidah van Ahl al-Sunnah vertegenwoordigd, en het toont aan dat deze bewering a-historisch is.

🖋 Abu Hudayfa Musa ibn Yusuf

📚 Bron:The debates between Ash’arism and Maturidism in Ottoman religious scholarshop, Yahya Raad Haidar

Geef een reactie

Your email address will not be published.

*